Draai mobiel voor verbeterde weergave.
Wachten
als een ordeloze pantomime
trekt de wereld geluidloos voorbij
aan haar dubbelbeglaasde venster
waar ze wacht op het jongetje
onderweg naar school
elke morgen even zwaaien
ze kennen elkaar en ook weer niet
het boek ligt open
bevroren bladzijden
haar gedachten dwalen
zonder begin zonder einde
langs de bloeiende kastanje
naar de statig voortschuivende
bontjassen aan de hemel
het jongetje zwaait vergeefs
geluiden op de gang
ze verschuift het kleedje op tafel
trekt zijn stoel achteruit
zoals altijd met etenstijd
ook nu hij er niet meer is
ze denkt aan toen, aan hoe het was
en kan alleen maar wachten